Ook de EWR heeft een mening over en plannen voor de Broek en Simontjespolder. Ook hier (net als in de raadstukken) praat de wethouder juichend over een NS station. En ook hier verkondigt Van Elsen dat ze duurzame energiebronnen zoals fotovoltaïsche cellen, zonneboilers en warmtekracht gaan toepassen.
Een goede evaluatie van wat men vroeger beloofde en nu doet, zal heel nuttig zijn.

EWR brengt stadsverwarming naar nieuwe wijk in Oegstgeest
uit Synergie (dec. 1997, EWR)

Poelgeest perfect voorbeeld van Duurzaam Bouwen

Natuur opofferen voor woningen vindt de gemeente Oegstgeest alleen verantwoord als al het mogelijke wordt gedaan om het milieu zo min mogelijk aan te tasten. Dat lijkt te lukken in de nieuwe wijk Poelgeest, waarvan de eerste oplevering voor het najaar 1998 gepland staat. 'Het was ook voor ons een ervaringsproject,' zegt EWR-accountmanager Cocq Ouwerkerk.

 

'Vanaf de beginjaren negentig is er een discussie over de bebouwing van de Broek- en Simontjespolder, zegt de Oegstgeester wethouder Ruimte en Groen, Guus van Elsen. 'Gegeven het regionaal tekort aan bouwlocaties ontstond er druk vanuit Leiden en de provincie, terwijl de gemeenste Oegstgeest voorstander bleef van een groene bestemming. Uiteindelijk is toch besloten tot bebouwing, maar wel onder één strikte voorwaarde: natuur en milieu moeten zo veel mogelijk gespaard worden. Om dat te bereiken is een aantal uitgangspunten voor de nieuwe wijk Poelgeest geformuleerd. Zo wordt het autogebruik beperkt: langzaam verkeer krijgt de prioriteit; het openbaar vervoer krijgt een belangrijke plaats - in dat opzicht anticiperen de plannen op de aanleg van een station in de vlakbij gelegen Merenwijk - en de wijk zal een autovrij gebied krijgen bij zo'n 400 woningen.'

Bij de aanleg van een nieuwe woonwijk is het gebruikelijk het grondwaterpeil te laten zakken en het overtollige water weg te pompen. Om de verschraling, die hiervan het gevolg is, tegen te gaan wordt in Poelgeest het teveel aan oppervlakte- en grondwater via een eigen circulatiesysteem opgevangen. Daarbij is het de bedoeling dat het slootwater van hoge kwaliteit is, vergelijkbaar met zwembadwater.

Passief zongebruik

Van Elsen: 'Kiezen voor het milieu betekent ook dat zorgvuldig kijken naar de energie. Als uitgangspunten golden een gemiddelde Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) - een graadmeter van energiezuinigheid - van maximaal 1,0 (nu: 1,4) en een CO2-reductie ten opzichte van 1990 van tenminste 50%. Daarvoor wordt zo'n 70% van de huizen op het zuiden gericht - voor optimaal passief zongebruik.

Alle woningen worden volgens de laatste technieken geïsoleerd. Tenslotte maken verschillende 'wijkjes in de wijk' gebruik van verschillende duurzame energiebronnen zoals fotovoltaïsche cellen, zonneboilers en warmtekracht.'

Aandacht werd ook geschonken aan de architectuur. 'Die beschouwen we zeker als deel van Duurzaam Bouwen. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat de woningen over vijftig jaar nóg aantrekkelijk zijn,' zegt Van Elsen. 'We kiezen dus voor een hoge stedebouwkundige kwaliteit.'

Milieucomplex

Door te bouwen in het zuidoosten verliest Oegstgeest een stuk natuur en milieu. Om die reden heeft de gemeente besloten tot een milieucompensatie; een unieke daad. Het Centrum Milieukunde van de Leidse universiteit (CML) heeft de natuurwaarde gemeten van de polder die woonwijk wordt. Aan de noordzijde - deels op onlangs verworven Warmonds grondgebied - wordt een 'nieuw' natuurgebied aangelegd met moerassen en bossen, waardoor een grote differentiatie in het milieu ontstaat. Het CML berekende dat hiermee meer dan het natuurverlies in Poelgeest wordt gecompenseerd. Bovendien wordt een kleine polder ten noorden van Oegstgeest, dat over eigen waterbeheer beschikt, 'omgetoverd' tot ecologisch gebied. Het boerderijcomplex in de polder wordt een milieucomplex, waar in samenwerking met de school De Groene Delta een educatief programma wordt opgezet.

Om de tafel

Terugkijkend op de planontwikkeling van de nieuwe wijk heeft Van Elsen twee belangrijke tips. 'Het is van groot belang om in een zo vroeg mogelijk stadium met alle partners van het project om de tafel te gaan zitten. Wij zijn al snel met alle betrokkenen gaan praten: Wonen en Energie - een adviserende instelling op het gebied van duurzaam bouwen - het waterschap, EWR als energieleverancier, stedebouwkundigen, de projectontwikkelaars. Hierdoor hadden we tijd om alle neuzen dezelfde kant op te krijgen en deze aanpak leidde tot een meerwaarde van het plan. Iedereen werd zeer enthousiast, de samenwerking verliep uitstekend, en in zo'n omgeving wordt de hoge ambitie ook werkelijkheid.
'Direct daarmee verband houdend is het tweede punt: leer van de ervaringen die elders zijn opgedaan. Kijk naar wat goed en wat fout ging en vooral naar het waarom. Zo voorkom je vergelijkbare misstappen en ben je niet bezig het wiel opnieuw uit te vinden.'

Stadsverwarming rendeert

'Wij zijn eind 1996 betrokken geraakt bij dit project,' zegt Cocq Ouwerwerk, accountmanager bij EWR, 'als deel van de werkgroep Duurzaam Bouwen. We zijn begonnen met een haalbaarheidsstudie. Centrale vraag: welke warmtelevering weet de geformuleerde doelstellingen - een EBC van 1 en een forse reductie van de uitstoot CO2 - te behalen, en tegen welke investergins- en jaarlijkse kosten.'
In totaal zijn 26 opties bekeken en doorberekend. De keuze viel uiteindelijk op stadsverwarming met laag temperatuurssysteem en gebruik van voornamelijk kunststof terreinleidingen. 'Dat is op zichzelf ook een vorm van duurzame energie,' zegt Robert van der Meij, EWR-projectmanager stadsverwarming. 'We maken tenslotte gebruik van restwarmte. Met stadsverwarming bereik je bovendien de afname van de CO2 -uitstoot. De oplossing blijkt ook economisch gezien te prefereren voor zowel de klant, de projectontwikkelaar als voor EWR.'

Vanuit de Leidse Merenwijk, ten oosten van Poelgeest, zal in het voorjaar van 1998 een transportleiding van anderhalve kilometer - en onder het spoor - worden aangelegd.

Kooklessen

Verrassende uitkomst van het onderzoek was dat de aanleg van een gas- en elektriciteitsnet niet rendabel was. Door de ver doorgevoerde isolatie - met als gevolg een forse daling van het energieverbruik - bleken de investeringen voor de aanleg en de aansluiting niet terugverdienbaar. Van der Meij: 'Je zou het een ecologisch luxeprobleem kunnen noemen. Door energiebesparende maatregelen ontstaat een economisch probleem voor de energieleverancier. Gelukkig is het product warmte niet alleen een goed alternatief voor gas, door een extra EPN-bijdrage is het gebruik ook rendabel. Op dit moment onderzoeken we de mogelijkheden van vloer- en wandverwarming.'

Door het ontbreken van een gasnet moeten de toekomstige bewoners worden 'opgevoed' in het gebruik van elektriciteit. Daarom zal EWR in samenwerking met de gemeente Oegstgeest ook aandacht besteden aan de PR en voorlichting hierover. Ouwerkerk: 'Mensen die gewend zijn aan een gasfornuis zullen het elektrisch koken toch moeten leren. Wie weet organiseren we wel speciale kooklessen.'

Ervaringsproject

EWR levert ook een bijdrage op het gebied van de waterbesparing - en is één van de pijlers van het project Poelgeest. Ouwerkerk: 'Je kan natuurlijk veel doen met water. Zo is regenwater prima te gebruiken voor de toiletspoeling, de buitenkraan en de wasmachine. Maar je kan ook denken aan gebruik van 'huishoudwater', eigenlijk afvalwater. Voor beide mogelijkheden heb je wel een extra, gesloten, circuit nodig. Met DZH, de eigenaar van het waterleidingssysteem, werken we nu aan een kostenberekening voor de aanleg van zo'n apart circuit. De gemeente Oegstgeest - zelf groot voorstander - voert tegelijkertijd een breed opgezette wenselijkheidsstudie uit. Mogelijk dat we al individuele systemen in de eerste fase van het plan kunnen aanbieden.'

Zeker wat waterbesparing betreft, maar in feite op elk gebied van energiebezuiniging, is Poelgeest ook voor EWR een ervaringsproject. 'We constateren dat er steeds meer aandacht ontstaat voor duurzaam bouwen, en dat juichen we natuurlijk toe. Via werkgroepen, gemeentelijk overleg, onderzoek, haalbaarheidsstudies en eigen ondervindingen, wordt steeds meer bekend over de wat mogelijk en niet mogelijk is. We proberen op elk niveau die gegevens te communiceren. Met specialisten op milieugebied, Bouw- en woningtoezicht, de wethouders van de verschillende gemeenten, kortom: met alle betrokkenen. Zo kan EWR zich steeds nadrukkelijker als energie-expert presenteren.'

Facts & Figures

De nieuwe woonwijk Poelgeest omvat in totaal zo'n 1100 huizen; zowel huur- als koopwoningen, geschakeld, in rij en vrijstaand. Hiervan valt 30% onder de sociale woningbouw, 40% in de middenklasse en 40% in het duurdere segment.

Uitgangspunten bij dit Duurzaam Wonen project: de gemiddelde Energie Prestatie Coëfficiënt (EPC) bedraagt maximaal 1,0 de CO2-reductie ten opzichte van 1990 moet tenminste 50% zijn.

Gegeven de gewenste besparingen, gecombineerd met de technische en economische mogelijkheden (in termen van investeringen, beheer, bediening, onderhoud, energiestromen, en aansluitkosten: de oplossing moet haalbaar zijn voor de klant én voor EWR), bleek na een haalbaarheidsonderzoek stadsverwarming met laag temperatuurssysteem en voornamelijk kunststof leidingen de beste oplossing.
De kosten per aansluiten bedrag ca. 4800 gulden, terwijl voor een HR-ketel ca. 7000 gulden betaald moet worden.

De woningen worden zongericht geplaatst en zijn alle voorzien van HR-glas en spouwmuurisolatie.