HANSHAN ROEBERS
monumentaal ontwerper

project: het waterrad, wijk poelgeest, oegstgeest
opdrachtgever: gemeente oegstgeest

opdrachtomschrijving:

De wijk Poelgeest wordt gebouwd vanuit een filosofie. Vanuit een opvatting over water. Eigenlijk zijn er twee wijken; een woongebied, en een landschap, vol met riet. Beide ongeveer even groot, gescheiden door de Holle Mare, een oud boezemwater. Stel u voor; het hemelwater uit de wijk wordt samengebracht in een groot meer. Van hieruit wordt het, onder de Holle Mare door, in een polder geleid, die volstaat met riet, om vervolgens opnieuw in een andere polder terecht te komen, weer vol met riet, een aantal paden, houten bruggen, gras en bomen. En water. Het is een groot en wijds gebied dat alle seizoenen laat zien, de regen en de wind. Het water wordt er gezuiverd.

(c) Hanshan Roebers, Monumentaal Ontwerper
(c) Hanshan Roebers, Monumentaal Ontwerper

Het schone water stroomt uiteindelijk in de spoorsloot, om van daaruit, onder licht verval, weer in de wijk gebruikt te worden. De spoorsloot kruist de Holle Mare, en beëindigd deze. Dat is een dramatische plek, midden in het Poelgeest-gebied, tegen de spoordijk aan; het schone water komt daar de wijk in, die achter de Holle Mare begint, en het boezemwater kan niet meer verder. Daar komt een bastion te liggen, vierkant (16,64 x 16,64 mtr ),met rechte wanden van eikenhout, 4 meter boven de waterspiegel van de spoorsloot. Dit bolwerk bestaat uit twee gedeeltes: één gedeelte tegen de spoordijk aan, het andere deel op de andere oever van de sloot, en ruimte biedend aan de Holle Mare. In het midden van de spoorsloot, wordt de waterloop door het bastion versmalt tot een breedte van 1 meter. In deze smalle gleuf, die de bedoeling heeft het water te versmallen en te haasten, is een groot waterrad van hout geplaatst, 8 meter hoog. Het water raakt de schoepen van het waterrad, en het zichtbaar maken van de waterstroom begint als het rad in beweging komt. Het is de verbeelding van het waterverhaal. De snelheid van het rondgaan wordt door het verval bepaald. Het deel dat tegen de spoordijk ligt, het oostelijke deel, is een kader in het groen.

Er is een overloopconstructie in opgenomen, om het water tijdens hindernissen toch door te kunnen laten stromen. Het westelijk deel is een museumkamer voor de Holle Mare. Het boezemwater stroomt het bastion binnen om daar zijn loop te kunnen overpeinzen, omringt door groen, en vooral veel riet. Binnen het bastion is er een brug over de Holle Mare, voor voetgangers. Wellicht kan de energie die het waterrad levert een pomp in beweging brengen, die het boezemwater, vanuit het bolwerk, weer aan de Holle Mare ” terug “ geeft. Het ‘ rondgaan’ , het verhaal van Poelgeest, is dan opnieuw verbeeldt.