Soebatten met burgers, treuzelen met de vernieuwing van het winkelcentrum en doorjakkeren om de plannen voor bedrijventerrein Rijn front op het nippertje rond te krijgen. De gemeente Oegstgeest heeft het loodzwaar. En tot overmaat van ramp brengt nieuwbouwwijk Poelgeest het dorp nu aan de rand van de financiële afgrond. Hoe komt één dorp aan zoveel problemen?

door Nancy Ubert


Milieuwijk Poelgeest moest een glimmend paradepaardje worden waarmee Oegstgeest voor de dag kon komen. Nog even en Poelgeest is uitgegroeid tot een simpele nieuwbouwwijk en een monument van hoogmoed waarvoor de eigenwijze Oegstgeesternaar de komende jaren de rekening krijgt gepresenteerd. Foto: Henk Bouwman

Oegstgeest lijdt onder mondige bevolking
'Dat in een kleinde gemeente zoveel venijnig wantrouwen bestaat'

 


ER
BIJ

Leidsch Dagblad
Zaterdag 25 januari 2003

Oegstgeest, de goudkust van Leiden, is een keurige forensengemeente. In de supermarkt dringt nooit iemand voor en de enige echte kroeg in het dorp doet er alles aan geen overlast te bezorgen. Geliefd is Oegstgeest ook. Het is een van de weinige gemeenten in het kustgebied waar je een Veluws woongenot vindt. Die status houdt het gemeentebestuur graag in stand. Het dorp, dat op I januari van dit jaar 21.240 inwoners telde, heeft zich ontwikkeld tot relais nouveau riche, al heeft , de gemeente zelf nog maar een miljoen in de spaarpot zitten en staat zij op haar lopende rekening 16 miljoen euro rood. Cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek plaatsen Oegstgeest in de top tien van de rijkste gemeenten van ons land. De Oegstgeestenaar heeft gemiddeld 4.800 euro per jaar meer te besteden dan Jan Modaal. Soort zoekt soort; in Oegstgeest is amper plaats voor de eenvoudige jongen. Dat is onder meer terug te lezen in de geschiedenis van Buitenlust, het wijkje vol sociale woningbouw dat achter de A44 ligt. Precies 75 jaar geleden mochten daar na veel gesoebat de eerste 27 huurhuisjes worden gebouwd. Dat indertijd gekozen is de arbeiderswoningen buiten het dorp neer te zetten, verraadt veel van de hooghartige houding die het burgerlijke Oegstgeest typeert. Bewoners die vanaf de eerste dag in de' arme buurt' hebben gewoond, vertellen dat nog altijd wordt neergekeken op de 'blinde darm' aan het andere eind van het dorp. Door de bank genomen is de Oegstgeestenaar hoog opgeleid. In vergelijking met andere gemeenten die meer dan 10.000 inwoners tellen, is het, IQ van de burgers hoog. Wat dit betreft kent Oegstgeest een tamelijk eenzijdige bevolkingssamenstelling, concludeerde onderzoeksbureau KPMG anderhalf jaar geleden.

Kritisch
De Oegstgeestenaar is niet alleen slim, hij is ook uitermate kritisch. Zijn mening steekt hij niet snel onder stoelen of banken, aldus KPMG. Vandaar dat het met hem niet altijd even makkelijk onderhandelen is de keerzijde van een hoogontwikkelde bevolking. Bij elk nieuw plan stuiten ambtenaren op conflicterende belangen die niet zelden -nadat ze in het huis-aan-huisblad zijn afgekraakt -voor de rechter worden uit gevochten. Oegstgeest vreest zijn mondige, slimme burger. Het regent bezwaarschriften in het monumentale gemeentehuis. De dienaars van het dorp zuchten dikwijls dat de burgers doordraven. Vooral bij grote projecten is Oegstgeest verzekerd van een club ijverige achterdochtige bewoners. Bij winkelcentrum Lange Voort en in Poelgeest heeft het spanningsveld tussen gemeente en burgers steeds grimmiger vormen aangenomen. In 91 presenteerde het toenmalig college het eerste verbouwingsplan voor Lange Voort. Woedend waren dorpelingen over de 'New Yorkse' plannen voor het winkelgebied. Van dat moment volgden hoogoplopende ruzies tussen volk en bestuur elkaar in moordend tempo op. Nog steeds is de eerste nieuwe paal van winkelcentrum Lange Voort niet geslagen
.Al is de sfeer tussen de partijen verbeterd, de bewoners volgen met argusogen elke stap die de gemeente zet. Nergens hebben burgers 'n dikke vinger in de pap als bij de Lange Voort. Poelgeest lijkt eenzelfde situatie te ontstaan. Toen bleek dat de gemeente (ernstige) kinderziekten, zoals wateroverlast, niet op tijd wist te herwinnen, was de volkswoede al el een feit. Met een sneeuwbaleffect ontwikkelde zich tussen burger bestuur een miscommunicatie die voor elke gemeente een nacht merrie is. Al snel werden de ambtenaren Poelgeest spuugzat. Bewoners gingen een langdurige juridische gevecht aan om nieuwe bouwplannen die niet naar hun zin zijn, te verhinderen.

"Ik heb er geen rekening mee houden dat in Poelgeest mensen zouden wonen terwijl de wijk nog niet afgebouwd was", zegt de wegbonjourde projectleider Gijs van Valkenhoef achteraf. Van Valkenhoef, ingehuurd om de kar te trekken, stapte op uitdrukkelijk advies van wethouder Meester een klein jaar geleden op. Zijn afscheidscadeau was een vernietigende zelfanalyse op schrift. Hij gaf zichzelf de schuld van de mislukkingen die zich in de wijk opstapelden. Vorig jaar september bekenden ook het college en de ambtenaren schuld.
Het gemeentehuis had veel te veel op Van Valkenhoef gesteund. Zijn carte blanche zorgde ervoor dat de gemeente zich nauwelijks met de nieuwbouwwijk bemoeide. Terwijl er toch zoveel problemen ontstonden en nu nog steeds ontstaan. Ontwikkelingsmaatschappij Jos Jansen, de belangrijkste bouwer in Poelgeest, heeft het er ook moeilijk mee. Jos Jansen, gemeente en Poelgeestbewoners hebben elkaar ettelijke malen voor de rechtbank getroffen omdat de buurt van mening is dat de woontorens die nu in aanbouw zijn, te kolossaal uitpakken. Dit brengt de bouwer in grote financiële problemen. De bezwaarmakers weten van geen ophouden en vechten door tot en met de Raad van State. Diezelfde strijd dreigen de bewoners van het Van Steenishof te ontketenen. Zij proberen bouwplan Kwaakhaven te torpederen.

Kruiwagens
Het breekbare contact tussen inwoner en gemeente heeft zijn weerslag op de gemeenteraad. De vier politieke partijen in het dorp vechten om de liefde van de bevolking. Progressief Oegstgeest probeerde onlangs in de gunst te komen door burgers de kans te geven tegen een mild tarief groene stroom af te nemen, de VVD prolongeerde de zondagmiddagfuifjes in hotel-restaurant het Witte Huis. Voorlopig wordt Leefbaar Oegstgeest het meest bemind. De partij is indertijd opgericht door misnoegde dorpelingen en pretendeert de stem van het volk te zijn. Ondertussen probeert de kritische burger zijn gelijk te halen door gebruik te maken van de kruiwagens die in de politieke arena keurig naast elkaar staan opgesteld. "De keerzijde van de ons-kent-ons-gemeente", filosofeert burgemeester Els Timmers. "Je hebt bij de wethouder in de klas gezeten, woont naast de volksvertegenwoordiger of kent iemand die bestuurder van een politieke partij is." Timmers, sinds november 1998 burgemeester van Oegstgeest, heeft moeten wennen aan de mentaliteit in het dorp. " Wat heb ik me in het begin verbaasd over het slechte politieke klimaat waarin ik was terecht gekomen! Dat in een kleine gemeente zoveel venijnig wantrouwen bestaat. Tegenstellingen werden tot ongekende proporties uitvergroot en de eigen wethouder werd omwille van het meerderheidsbelang blindelings gevolgd." Raadsleden waren bij lange na niet kritisch genoeg. "Langzamerhand komt daar verandering in", vindt Timmers. "Mede dankzij het dualisme, de nieuwe manier van werken."
Toch duren de vergaderingen in het gemeentehuis nog steeds veellanger dan nodig is. Oeverloos zijn de debatten in de raadszaal. Zo is over bedrijventerrein Rijnfront lang geëmmerd. De stroperigheid van de gemeente heeft de voortgang van het project in gevaar gebracht. Eind deze maand moet het nieuwe bestemmingsplan voor het gebied klaarliggen. Dan loopt het voorkeursrecht van de gemeente af en hoeven eigenaren niet meer bij het gemeentehuis aan te kloppen als zij hun grond en gebouwen willen verkopen. Bewoners en ondernemers van Rijnfront hebben met schadeclaims gedreigd indien Oegstgeest zijn werk niet op tijd afrondt.

Hoewel Timmers de volksvertegenwoordigers regelmatig voorspiegelt dat zij op hoofdlijnen dienen te besturen, houden de raadsleden zich intensief met de kruimels bezig. Muizenissen worden in de raadszaal zo dramatisch uitgelicht dat de grote problemen niet meer worden herkend. Over een uitgave van duizend euro voor de ondersteuning van het humanistisch onderwijs kunnen de politici het uren hebben. Wanneer de volksvertegenwoordigers dan aan het eind van de vergadering over een miIjoenensom moeten beslissen, zijn ze murw en gaan ze al snel akkoord. Bij grote projecten, zoals een nieuwbouwwijk, is een dergelijke houding funest.
Timmers is overigens van mening dat Oegstgeest daarin niet afwijkt van andere gemeenten. "Over een bedrag van duizend euro praat je nu eenmaal makkelijker omdat je het in je eigen portemonnee kunt voorstellen. Een miljoen wordt al snel abstract." Een schrandere wethouder maakt hiervan gebruik. Die laat de raad happen in de kleine vis en haalt daarmee de grote binnen. De raadsleden houden er ernstig rekening mee dat ze bij hun besluiten over Poelgeest de afgelopen jaren niet oplettend genoeg zijn geweest. Aan de andere kant zijn we stelselmatig, systematisch foutief ingelicht", verwijt LO-fractievoorzitter Eegdeman het college.

Grote buur
Wie in Oegstgeest woont, wil absoluut niet bij Leiden horen. De aversie tegen de grote buurgemeente wordt door vrijwel elke burger gedeeld. Toen de gemeente eind 2001 haar inwoners uitnodigde over de toekomst van het dorp mee te praten, was de afkeer op verscheidene bijeenkomsten pijnlijk hoor en voelbaar.
De bevolking misprijst de expansiedrift van de Sleutelstad, al is het een generatie geleden dat de stad een stuk Oegstgeest heeft opgeslokt.
Oud zeer ligt in de dorpsgemeenschap verankerd. In 1896, in 1920 en in 1966 moest Oegstgeest grondgebied aan Leiden afstaan. Dat wordt de grote broer tot op de dag van vandaag nagedragen. Zelfs de academici die van Leiden -waar zij hun studententijd beleefden -naar de welgestelde plaats verhuizen, verliezen zodra zij echt gesetteld zijn, hun sympathie voor de universiteitsstad en ontpoppen zich tot grootstrijders voor een zelfstandig Oegstgeest. Geen angst in het dorp is zo groot als de vrees door Leiden geannexeerd te worden. Oegstgeest heeft geleerd dat als Leiden verstopt dreigt te raken, de buurgemeenten bloeden. In de loop der tijd heeft het dorp meer dan 1200 hectare grond moeten offeren. Bijvoorbeeld een groot deel van de Broeken Simontjespolder, waar de Leidse Merenwijk is gebouwd. Poelgeest' het resterende stuk van die polder dat van de Merenwijk is afgescheiden dankzij het spoor, wilde Oegstgeest graag groen houden. Een beetje burger van Oegstgeest koestert zijn groenrijke dorp immers. Groen staat boven aan het prioriteitenlijstje van Leefbaar Oegstgeest. De partij, in het dorp 'rechtser dan de VVD' genoemd, kwam in 1994 na de Lange-Voortcrisis met een monsterzege voor het eerst in de raad en is bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen opnieuw de grootste gebleken. Van meet af aan strijdt LO voor het behoud van een' groen woondorp'. Het lukte Oegstgeest lange tijd om bouwplannen, opgelegd vanuit de provincie, af te schieten. Toen in 1988 bleek dat de Leidse landhonger niet genoeg was gestild, brak een koude oorlog uit. Zonder voorafgaand overleg met Oegstgeest schetste Leiden het plan om het laatste stuk onbebouwde Broeken Simontjespolder met zo'n 750 woningen vol te stouwen.

Een vierde annexatie was op komst. Het gemeentehuis stond op ontploffen en een bestuurlijk gevecht ontketende zich. De strijd bereikte een hoogtepunt toen de provincie dreigde Poelgeest aan Leiden over te dragen. Vanaf dat moment moest Oegstgeest alle zeilen bijzetten om de wijk zelf te kunnen bouwen. De gemeente gunde de bouw niet aan Leiden. Daar was zij te zelfzuchtig voor.

Om geen subsidie van het rijk mis te lopen, was grote haast geboden. Voor eind 1997 moest de eerste paal de grond in. Doordat Oegstgeest van Poelgeest een haastklus maakte, zijn veel problemen ontstaan, zeggen B en W nu. Toen de bouw van de wijk begon, lag er geen bestemmingsplan; dat zou in de loop der jaren wel worden gemaakt. Daardoor moest voor elk stukje bouw opnieuw een ambtelijke procedure in gang worden gezet en dat gaf de bewoners weer de kans bezwaar te maken. Oegstgeest is behoorlijk arrogant en laks geweest. De provincie had de Broeken Simontjespolder in 1987 al als bouwlocatie geoormerkt.

Het eigenzinnige gemeentebestuur stak de kop in het zand en was ervan overtuigd dat die polder wel groen zou blijven. Daarom deed Oegstgeest geen enkele moeite om grond in handen te krijgen. Leiden keek wél vooruit en probeerde zoveel mogelijk percelen te bemachtigen. Oegstgeest maakte zich ook geen moment druk om de locatiesubsidie. Terwijl de gemeente geweten moet hebben dat die rijksregeling vervangen zou worden door een minder gunstige vorm van bouwsubsidie. In een nota uit 1994, gericht aan de statencommissies, staat te lezen dat Leiden alles op alles heeft gezet om het geld op de valreep binnen te halen. De Leidse oud-wethouder Van Rij heeft zijn warme contacten in Den Haag moeten benutten om te zorgen dat de subsidie werd veiliggesteld.

Tot twee keer toe heeft Van Rij bij het rijk om uitstel moeten vragen omdat Oegstgeest weigerde een handtekening onder de aanvraag te zetten. Oegstgeest heeft het zelfs gepresteerd om van de subsidieaanvraag een inspraakronde voor burgers te maken. Een vreemde manoeuvre: geen enkele gemeente laat de burgers meepraten over de vraag of je moet proberen extra geld binnen te halen. Op het nippertje wist Van Rij de zaak te beklinken.

Paradepaardje
De struisvogelpolitiek is Oegstgeest duur komen te staan. De grond die Leiden had verworven, verkocht het weliswaar voor een zeer redelijke prijs aan Oegstgeest, maar voor de percelen die in het bezit waren van projectontwikkelaars en particulieren, tastte het dorp diep in de buidel.

Zo is voor het stuk grond waar de Lange Voortbrug wordt gebouwd ettelijke miljoenen meer betaald dan voorafwas begroot.

Oegstgeest had ambitieuze plannen voor Poelgeest. Het moest een milieuwijk worden, een glimmend paradepaardje waarmee een welgesteld forensendorp uitstekend voor de dag kan komen.
De afgelopen jaren heeft de gemeente al veel concessies moeten doen, omdat de eerzuchtige ideeën de gemeenschap te veel geld kostten.

Nog even en Poelgeest is uitgegroeid tot een simpele nieuwbouwwijk en een monument van hoogmoed waarvoor de eigenwijze Oegstgeestenaar de komende jaren vanzelf de rekening krijgt gepresenteerd