Kasteel Groot Poelgeest in Oegstgeest


Poelgeest omstreeks 1730

De familie van Poelgeest was in de middeleeuwen een zeer aanzienlijke adelijke familie. In Oegstgeest bouwden zij hun eerste kasteel, deze bestaat nogsteeds. Tijdens het beleg van Leiden in 1573 werd het kasteel verwoest door de Spanjaarden, maar wederom opgebouwd.in Italiaanse stijl.

Het eenzame torentje in Kouderkerk moet ons herinneren aan het eens zo machtige kasteel Groot Poelgeest, die in de middeleeuwen "huis te Horne" werd genoemd. Het kasteel moet gebouwd zijn voor 1326, toen nam heer Dirk van Poelgeest, heer van Hoogmade hier zijn intrek.

Nadat heer Dirk was overleden bewoonden zijn twee zoons Gerrit en Jan het sterke kasteel. Tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten werd het kasteel tevergeef belegerd door Willem V. Na de verzoening van Willem V met zijn moeder Margaretha kwam het graafschap aan Willem V, waar door hij Graaf werd. Gerrit en Jan beloofde trouw aan de Graaf.

Jan, de jongere broer liet ook een kasteel bouwen, dat ter onderscheiding Klein Poelgeest werd genoemd. Hier werd Aleida geboren omstreeks 1365.

In 1415 was er een enorme brand op Groot Poelgeest door ontploffing van een vat buskruit. 1420, de Hoekse en Kabeljauwse twisten laaiden weer op. Het kasteel dat bekend stond als wijkplaats voor de Hoeken werd verwoest door Alert of Albrecht van Beylinc, een partijgenoot van Jan van Beieren. Heer Gerrit van Poelgeest vergezelde op dat moment Jacoba van Beieren op haar ronde langs Hollandse steden.

Een kleinzoon van heer Gerrit liet het kasteel het herbouwde kasteel door de Hoeken versterken, wederom werd dit bestraft in 1488. Weer was het een Gerrit die het slot liet herbouwen.

Maar ook dit kasteel werd een onherkenbare bouwval, maar dit maal door de Spanjaarden. Deze heer Gerrit van Poelgeest was mede ondertekenaar van het verbond der edelen. In 1606 kon deze heer Gerrit terug keren naar zijn herbouwde kasteel.Voor die tijd woonde hij in 's Gravenhage. Het nieuwe kasteel zag er fraai uit, met sierlijke gevels.

Aan de achterzijde bleef een gedeelte van het oude kasteel bewaard, waaraan de rondeel en enige muurbrokken herinnerd. De poort werd geflankeerd door twee porttorens, waarvan er nog één bestaat.

Het was een waardig huis voor een adelijke familie. In 1692 moest het huis met bezittingen wegens schulden verkocht worden. De laatste heer Gerrit probeerde de verkoop ongedaan te maken, maar dat mislukte jammerlijk. Hij overleed in 1723 te Den Bosch.

De nieuwe eigenaresse nam in 1714 haar intrek, het was Alida van Schellingwou, ze woonde op Groot Poelgeest tot haar dood in 1717.

In het midden van de 18e eeuw was het kasteel zo verwaardeloosd dat het afgebroken werd. Omstreeks1800 was het merendeel van het kasteel verdwenen. Het langste heeft de twee poorttorentje overeind gestaan. In het midden van de vorige eeuw viel het poorttorentje in de slotgracht. Een onderzoek bracht aan het licht dat het torentje was omgetoverd tot "beerput".

Het nu nog bestaande torentje heeft lang als gevangenis gediend. Tijdens de restauratie kwam onder de vloer een koperen schaal naar boven, mogelijk door gevangenen gebruikt als bord.

De provinciale archeologische commissie heeft zich, op voorstel van haar correnspondent over het torentje ontfermd. Op haar kosten en met financiele steun van wijlen D. van Oordt is het torentje gered. Het werd van een nieuw dak voorzien met windwijzer, de verdwenen deur werd vervangen. Ook werden bouwfragmenten uit de gracht gevist.

Een nieuw bord werd geplaats waar men informatie over het kasteel kan verkrijgen.

Ook het koetshuis van Groot Poelgeest is inmiddels gerestaureerd.